Ik moet toch een leven kunnen opbouwen na Afrika, denkt Corinne Hofmann bij zichzelf na een lezing over haar tijd bij de Masai. Ze besluit een sabbatical te nemen en op zoek te gaan naar wat ze echt wil. Ze maakt een voettocht van 720 kilometer door Namibië en laat zich meevoeren door het prachtige land. Kenia mijdt ze bewust, om eindelijk los te komen van haar verleden daar. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Corinne moet toegeven dat het land haar trekt…
Wanneer haar dochter Napirai te kennen geeft dat ze haar vader wel zou willen zien en dat ze op zoek wil gaan naar haar roots, nemen moeder en dochter een aantal weken vrij om Napirais geboorteland beter te leren kennen. Eenmaal weer in Kenia wordt Corinne in vervoering gebracht door de prachtige rode kleuren van de Masai-krijgers en de onvergetelijke geuren van haar tweede vaderland. Na een reis van twee maanden is het eindelijk zover:
Napirai ontmoet haar vader Lketinga, Mama Masulani en haar halfzusjes.
